Nederlands
Uitgebreide vertaling voor pissig (Nederlands) in het Zweeds
pissig:
-
pissig (geïrriteerd; prikkelbaar; aangebrand; geprikkeld; geërgerd)
Vertaal Matrix voor pissig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stött | beledigde | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
irriterat | aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; pissig; prikkelbaar | boos; dol; furieus; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; hels; kwaad; laaiend; nijdig; ontstemd; ontstoken; razend; tierend; woedend; woest |
stött | aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; pissig; prikkelbaar | gepikeerd; ontstemd; wrevelig |