Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. personage:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor personage (Nederlands) in het Zweeds

personage:

personage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de personage (figuur)
    karaktär; bokstav; figur
    • karaktär [-en] zelfstandig naamwoord
    • bokstav [-en] zelfstandig naamwoord
    • figur [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor personage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bokstav figuur; personage geschreven letter
figur figuur; personage constitutie; figuur; figuur van een grafmonument; gedaante; graffiguur; lichaamsbouw; lichaamslijn; postuur; silhouet; verschijning
karaktär figuur; personage geaardheden; geaardheid; inborsten; karakter; natuur; persoonlijkheid

Verwante woorden van "personage":

  • personages

Wiktionary: personage


Cross Translation:
FromToVia
personage karaktär; rollfigur character — being in a story
personage figur figure — person
personage person personnagepersonne ; en parlant principalement des hommes, avec une certaine idée de grandeur, d’autorité, d’importance sociale.