Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. parolen:
  2. parool:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor parolen (Nederlands) in het Zweeds

parolen:

parolen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de parolen (leuzen)
    slagord
    • slagord [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor parolen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slagord leuzen; parolen devies; kenspreuk; kreet; leus; leuze; motto; parool; reclameleus; reclamezin; slagzin; slogan; spreuk; zinspreuk

Verwante woorden van "parolen":


parolen vorm van parool:

parool [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het parool (leus; spreuk; leuze)
    slogan; slagord; paroll
    • slogan zelfstandig naamwoord
    • slagord [-ett] zelfstandig naamwoord
    • paroll [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het parool (wapenkreet; devies; leus; leuze)
    stridsrop; krigsrop

Vertaal Matrix voor parool:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krigsrop devies; leus; leuze; parool; wapenkreet
paroll leus; leuze; parool; spreuk
slagord leus; leuze; parool; spreuk devies; kenspreuk; kreet; leus; leuzen; motto; parolen; reclameleus; reclamezin; slagzin; slogan; zinspreuk
slogan leus; leuze; parool; spreuk kreet; leus; reclameleus; reclamezin; slagzin; slogan; strijdkreet; yell
stridsrop devies; leus; leuze; parool; wapenkreet

Verwante woorden van "parool":


Wiktionary: parool


Cross Translation:
FromToVia
parool insats EinsatzMusik, Schauspielerei: Beginn des Spiels eines Musikers oder einer Gruppe von Musikern beziehungsweise Schauspielern in einem Stück