Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. parcours:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor parcours (Nederlands) in het Zweeds

parcours:

parcours [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de parcours (baan)
    spår
    • spår [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor parcours:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spår baan; parcours aanwijzing; gleuven; groeven; hielspoor; nummer; sleuven; smalle uithollingen; spoor; spoorwegwissel; wissel

Verwante woorden van "parcours":

  • parcoursen