Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. parasiet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor parasiet (Nederlands) in het Zweeds

parasiet:

parasiet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de parasiet (uitvreter; klaploper; profiteur)
    parasit
    • parasit [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor parasiet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
parasit klaploper; parasiet; profiteur; uitvreter geteisem; ongedierte

Verwante woorden van "parasiet":


Wiktionary: parasiet


Cross Translation:
FromToVia
parasiet blodigel; igel; utsugare; blodsugare; parasit leech — person who derives profit from others
parasiet parasit parasite — useless person who always relies on other people's work and gives nothing back
parasiet parasit parasite — (generally undesirable) living organism that exists by stealing resources from another living organism