Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pantser:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pantser (Nederlands) in het Zweeds

pantser:

pantser [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pantser (harnas; bepantsering)
    pansar
    • pansar [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pantser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pansar bepantsering; harnas; pantser

Verwante woorden van "pantser":

  • pantseren, pantsers, pantsertje, pantsertjes

Wiktionary: pantser


Cross Translation:
FromToVia
pantser rustning armor — protective layer over a body, vehicle, or other object intended to deflect or diffuse damaging forces
pantser pansar Panzer — harte, dicke, vor Verletzung oder Beschädigung schützende Außenschicht

Computer vertaling door derden: