Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pannen:
  2. pan:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pannen (Nederlands) in het Zweeds

pannen:

pannen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de pannen (stoofpannen)
    stekpanna

pannen werkwoord

  1. pannen (pan)

Vertaal Matrix voor pannen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stekpanna pannen; stoofpannen bakpan; braadpan; koekenpan
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
panorering pan; pannen panning

Verwante woorden van "pannen":


pan:

pan [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de pan (kookpan)
    gryta
    • gryta [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de pan (pannen)

Vertaal Matrix voor pan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gryta kookpan; pan jachtschotel; ovenschaal; schaal; stoofschotel; stoofschotels
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
panorering pan; pannen panning

Verwante woorden van "pan":


Verwante definities voor "pan":

  1. dakpan1
    • er liggen rode pannen op het dak1
  2. voorwerp om eten in te koken of te bakken1
    • heb je de pan met aardappels al opgezet?1

Wiktionary: pan


Cross Translation:
FromToVia
pan panna pan — flat vessel used for cooking
pan vas; kanna potvase de terre ou de métal servant à divers usages.