Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pact:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pact (Nederlands) in het Zweeds

pact:

pact [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pact (bondgenootschap; liga; verbond; )
    överenskommelse; allians; union; pakt

Vertaal Matrix voor pact:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allians akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag alliantie; bond; bondgenootschap; broederschap; genootschap; sociëteit; verbond; vereniging; vereniging van bevriende staten
pakt akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag bond; broederschap; genootschap; sociëteit; traktaat; vereniging
union akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag
överenskommelse akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; federatie; liga; pact; unie; verbond; verdrag afspraak; akkoord; bedankbrief; compromis; contract; dankbetuiging; dankzegging; overeenkomst; regeling; schikking; vergelijk; verstandhouding

Verwante woorden van "pact":

  • pacten

Wiktionary: pact


Cross Translation:
FromToVia
pact pakt pact — an agreement; a league; a compact; a covenant
pact förbund; paktum pacteconvention accompagner d’actes publics qui lui donnent un caractère d’une importance primordiale.