Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overlast (Nederlands) in het Zweeds
overlast:
Vertaal Matrix voor overlast:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
besvär | ergernis; hinder; last; moeite; overlast; soesa | hinderlijk persoon; kwaal; lastpak; lastpost; leed; pijn; rompslomp; slepende ziekte; stoornis; veel gedoe |
hinder | hinder; overlast | afhouden; belemmering; beletsel; beletten; bemoeilijking; bobbel; breidel; hinder; hindernis; hobbel; klip; obstakel; obstructie; oneffenheid; ongelijkheid; struikelblok; verhinderd zijn; verhindering; weerhouden |
obehag | ergernis; hinder; overlast | malaise; misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheden; onbehaaglijkheid; onbehagen; ongemakken; ongerieven; onmin; ontevredenheden; ontevredenheid; onvrede; slapheid; slapte |
obekvämlighet | hinder; last; moeite; overlast; soesa | |
olägenhet | ergernis; hinder; last; moeite; overlast; soesa | hinder; hinderlijk persoon; keerzijde; lastigheid; lastpak; lastpost; ongemak; ongerief; schaduwzijde |
omak | hinder; last; moeite; overlast; soesa |