Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. overkomen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overkomen (Nederlands) in het Zweeds

overkomen:

overkomen bijvoeglijk naamwoord

  1. overkomen (overvallen)
    skedd
    • skedd bijvoeglijk naamwoord

overkomen werkwoord (overkom, overkomt, overkwam, overkwamen, overkomen)

  1. overkomen
    råka ske; hända någon
    • råka ske werkwoord (råkar ske, råkade ske, råkat ske)
    • hända någon werkwoord (händer någon, händde någon, hänt någon)

Conjugations for overkomen:

o.t.t.
  1. overkom
  2. overkomt
  3. overkomt
  4. overkomen
  5. overkomen
  6. overkomen
o.v.t.
  1. overkwam
  2. overkwam
  3. overkwam
  4. overkwamen
  5. overkwamen
  6. overkwamen
v.t.t.
  1. ben overkomen
  2. bent overkomen
  3. is overkomen
  4. zijn overkomen
  5. zijn overkomen
  6. zijn overkomen
v.v.t.
  1. was overkomen
  2. was overkomen
  3. was overkomen
  4. waren overkomen
  5. waren overkomen
  6. waren overkomen
o.t.t.t.
  1. zal overkomen
  2. zult overkomen
  3. zal overkomen
  4. zullen overkomen
  5. zullen overkomen
  6. zullen overkomen
o.v.t.t.
  1. zou overkomen
  2. zou overkomen
  3. zou overkomen
  4. zouden overkomen
  5. zouden overkomen
  6. zouden overkomen
en verder
  1. heb overkomen
  2. hebt overkomen
  3. heeft overkomen
  4. hebben overkomen
  5. hebben overkomen
  6. hebben overkomen
diversen
  1. overkom!
  2. overkomt!
  3. overkomen
  4. overkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overkomen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hända någon overkomen
råka ske overkomen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skedd overkomen; overvallen

Verwante woorden van "overkomen":

  • overkomene

Wiktionary: overkomen


Cross Translation:
FromToVia
overkomen synas; tyckas sembler — avoir l’air, l’apparence