Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. overeindzetten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overeindzetten (Nederlands) in het Zweeds

overeindzetten:

overeindzetten werkwoord (zet overeind, zette overeind, zetten overeind, overeind gezet)

  1. overeindzetten (oprichten; optrekken)
    upprätta; starta; inrätta
    • upprätta werkwoord (upprättar, upprättade, upprättat)
    • starta werkwoord (startar, startade, startat)
    • inrätta werkwoord (inrättar, inrättade, inrättat)

Conjugations for overeindzetten:

o.t.t.
  1. zet overeind
  2. zet overeind
  3. zet overeind
  4. zetten overeind
  5. zetten overeind
  6. zetten overeind
o.v.t.
  1. zette overeind
  2. zette overeind
  3. zette overeind
  4. zetten overeind
  5. zetten overeind
  6. zetten overeind
v.t.t.
  1. heb overeind gezet
  2. hebt overeind gezet
  3. heeft overeind gezet
  4. hebben overeind gezet
  5. hebben overeind gezet
  6. hebben overeind gezet
v.v.t.
  1. had overeind gezet
  2. had overeind gezet
  3. had overeind gezet
  4. hadden overeind gezet
  5. hadden overeind gezet
  6. hadden overeind gezet
o.t.t.t.
  1. zal overeindzetten
  2. zult overeindzetten
  3. zal overeindzetten
  4. zullen overeindzetten
  5. zullen overeindzetten
  6. zullen overeindzetten
o.v.t.t.
  1. zou overeindzetten
  2. zou overeindzetten
  3. zou overeindzetten
  4. zouden overeindzetten
  5. zouden overeindzetten
  6. zouden overeindzetten
diversen
  1. zet overeind!
  2. zet overeind!
  3. overeind gezet
  4. overeind zettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overeindzetten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inrätta oprichten; optrekken; overeindzetten reglementeren
starta oprichten; optrekken; overeindzetten aanvangen; beginnen; in werking stellen; initialiseren; initiëren; intreden; inzetten; op gang brengen; op gang komen; opstarten; starten; van start gaan
upprätta oprichten; optrekken; overeindzetten
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
starta opstarten; start