Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- overblijfsel:
-
Wiktionary:
- overblijfsel → bottensats, fällning
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overblijfsel (Nederlands) in het Zweeds
overblijfsel:
-
het overblijfsel (het overgeblevene; rest; restant; laatste rest; overschot)
rester; återstoder; kvarstoder-
rester zelfstandig naamwoord
-
återstoder zelfstandig naamwoord
-
kvarstoder zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor overblijfsel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kvarstoder | het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant | |
rester | het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant | bouwvallen; etensresten; klieken; kliekjes; ruïnes |
återstoder | het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant | |
- | rest |
Verwante woorden van "overblijfsel":
Wiktionary: overblijfsel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overblijfsel | → bottensats; fällning | ↔ résidu — Ce qui rester. |