Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opwekking:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opwekking (Nederlands) in het Zweeds

opwekking:

opwekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de opwekking (aanzet; animering; prikkel)
    sporre
    • sporre [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de opwekking (aansporing; steun; aanmoediging; aansporen; stimulans)
    uppmuntran
  3. de opwekking (stimulans; stimulering; aansporing; )
    stimulerande; sporrning

Vertaal Matrix voor opwekking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sporre aanzet; animering; opwekking; prikkel
sporrning aanmoediging; aansporing; animering; opwekking; prikkel; stimulans; stimulering
stimulerande aanmoediging; aansporing; animering; opwekking; prikkel; stimulans; stimulering drijfveren; prikkels; stimulansen; stimuli
uppmuntran aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans aansporingen; animeringen; bemoediging; stimulansen; stimulering
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stimulerande aansporend; animerend; opwekkend; stimulerend

Verwante woorden van "opwekking":

  • opwekkingen