Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opsteker (Nederlands) in het Zweeds
opsteker:
-
de opsteker (meevaller; gelukkig toeval; voordeel; buitenkansje)
Vertaal Matrix voor opsteker:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lycka | buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel | bof; euforie; fortuintje; geluk; geluk hebbend; gelukzaligheid; geneugte; genieten; genot; heerlijkheid; succes; verlossing; voorspoedigheid; welbehagen; welslagen; welstand; welvaart; zaligheid |
lyckträff | buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel | buitenkans; buitenkansje; gelukje; gelukstreffer; meevaller; toevalstreffer; treffer; voordeel |
tillfällighetsträff | buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel | |
tur | buitenkansje; gelukkig toeval; meevaller; opsteker; voordeel | buitenkansje; dagreis; excursie; gang; gelukstreffer; mazzel; meevaller; reis; rijtoer; rit; ronde; tocht; toer; toevalstreffer; tournee; treffer; uitstapje |