Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opstarten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opstarten (Nederlands) in het Zweeds

opstarten:

opstarten werkwoord (start op, startte op, startten op, opgestart)

  1. opstarten (in werking stellen)
    sparka; starta
    • sparka werkwoord (sparkar, sparkade, sparkat)
    • starta werkwoord (startar, startade, startat)
  2. opstarten

Conjugations for opstarten:

o.t.t.
  1. start op
  2. start op
  3. start op
  4. starten op
  5. starten op
  6. starten op
o.v.t.
  1. startte op
  2. startte op
  3. startte op
  4. startten op
  5. startten op
  6. startten op
v.t.t.
  1. ben opgestart
  2. bent opgestart
  3. is opgestart
  4. zijn opgestart
  5. zijn opgestart
  6. zijn opgestart
v.v.t.
  1. was opgestart
  2. was opgestart
  3. was opgestart
  4. waren opgestart
  5. waren opgestart
  6. waren opgestart
o.t.t.t.
  1. zal opstarten
  2. zult opstarten
  3. zal opstarten
  4. zullen opstarten
  5. zullen opstarten
  6. zullen opstarten
o.v.t.t.
  1. zou opstarten
  2. zou opstarten
  3. zou opstarten
  4. zouden opstarten
  5. zouden opstarten
  6. zouden opstarten
en verder
  1. heb opgestart
  2. hebt opgestart
  3. heeft opgestart
  4. hebben opgestart
  5. hebben opgestart
  6. hebben opgestart
diversen
  1. start op!
  2. start op!
  3. opgestart
  4. opstartend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opstarten

  1. opstarten
    start
    • start [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor opstarten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
start opstarten lanceren; lancering; opstijging; vertrekplaats
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sparka in werking stellen; opstarten aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; ontheffen; ontslaan; schoppen; trappen; trappen geven; uitsturen; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden
starta in werking stellen; opstarten aanvangen; beginnen; initialiseren; initiëren; intreden; inzetten; op gang brengen; op gang komen; oprichten; optrekken; overeindzetten; starten; van start gaan
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
starta opstarten start

Wiktionary: opstarten


Cross Translation:
FromToVia
opstarten boota bootstrap — to load the operating system

Verwante vertalingen van opstarten