Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opstapeling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opstapeling (Nederlands) in het Zweeds

opstapeling:

opstapeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de opstapeling (stapel; hoop; opeenstapeling)
    hög; trave
    • hög zelfstandig naamwoord
    • trave [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor opstapeling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hög hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel heipaal; schelf; stapeling; terp
trave hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel schelf; stapeling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hög hard; hoog; hoog geplaatst; hooggelegen; luid; luid klinkend; rijzig

Wiktionary: opstapeling


Cross Translation:
FromToVia
opstapeling ackumulation; ackumulering accumulation — act of accumulating, the state of being accumulated