Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opgeschroefd:
  2. opschroeven:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opgeschroefd (Nederlands) in het Zweeds

opgeschroefd:

opgeschroefd bijvoeglijk naamwoord

  1. opgeschroefd
    uppskruvad; uppskruvat

Vertaal Matrix voor opgeschroefd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uppskruvad opgeschroefd
uppskruvat opgeschroefd

opschroeven:

opschroeven werkwoord (schroef op, schroeft op, schroefde op, schroefden op, opgeschroefd)

  1. opschroeven (veel doen stijgen; opdrijven)
    tvinga upp
    • tvinga upp werkwoord (tvingar upp, tvingade upp, tvingat upp)
  2. opschroeven (overdreven voorstellen; overdrijven; opkloppen; opblazen; aandikken)
    överdriva; blåsa upp; ta till i överkant
    • överdriva werkwoord (överdrivar, överdrivade, överdrivat)
    • blåsa upp werkwoord (blåser upp, blåste upp, blåst upp)
    • ta till i överkant werkwoord (tar till i överkant, tog till i överkant, tagit till i överkant)

Conjugations for opschroeven:

o.t.t.
  1. schroef op
  2. schroeft op
  3. schroeft op
  4. schroeven op
  5. schroeven op
  6. schroeven op
o.v.t.
  1. schroefde op
  2. schroefde op
  3. schroefde op
  4. schroefden op
  5. schroefden op
  6. schroefden op
v.t.t.
  1. heb opgeschroefd
  2. hebt opgeschroefd
  3. heeft opgeschroefd
  4. hebben opgeschroefd
  5. hebben opgeschroefd
  6. hebben opgeschroefd
v.v.t.
  1. had opgeschroefd
  2. had opgeschroefd
  3. had opgeschroefd
  4. hadden opgeschroefd
  5. hadden opgeschroefd
  6. hadden opgeschroefd
o.t.t.t.
  1. zal opschroeven
  2. zult opschroeven
  3. zal opschroeven
  4. zullen opschroeven
  5. zullen opschroeven
  6. zullen opschroeven
o.v.t.t.
  1. zou opschroeven
  2. zou opschroeven
  3. zou opschroeven
  4. zouden opschroeven
  5. zouden opschroeven
  6. zouden opschroeven
en verder
  1. ben opgeschroefd
  2. bent opgeschroefd
  3. is opgeschroefd
  4. zijn opgeschroefd
  5. zijn opgeschroefd
  6. zijn opgeschroefd
diversen
  1. schroef op!
  2. schroeft op!
  3. opgeschroefd
  4. opschroevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opschroeven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blåsa upp aandikken; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven aanblazen; aanstoken; aanwakkeren; bollen; opbollen; openwaaien; oppoken; opstoken; poken; stoken
ta till i överkant aandikken; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven
tvinga upp opdrijven; opschroeven; veel doen stijgen
överdriva aandikken; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven aandikken; breed uitmeten; grootspreken; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; opscheppen; opsnijden; overdrijven; snoeven; uitweiden

Wiktionary: opschroeven


Cross Translation:
FromToVia
opschroeven höja up — increase