Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor openheid (Nederlands) in het Zweeds
openheid:
-
de openheid (ontvankelijkheid)
mottaglighet-
mottaglighet zelfstandig naamwoord
-
-
de openheid (rondborstigheid; oprechtheid; rondheid; openhartigheid)
frankhet; ärlighet; öppenhet; rakhet; öppenhjärtlighet-
rakhet zelfstandig naamwoord
-
öppenhjärtlighet zelfstandig naamwoord
Vertaal Matrix voor openheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
frankhet | openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid | |
mottaglighet | ontvankelijkheid; openheid | aandoenlijkheid; gevoeligheid |
rakhet | openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid | |
ärlighet | openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid | eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid; waarheid als een koe; welgemeendheid |
öppenhet | openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid | |
öppenhjärtlighet | openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid |
Verwante woorden van "openheid":
open:
-
open
-
open
-
open (openhartig; oprecht; onomwonden; onbewimpeld; ronduit; onverholen; vrij; vrijelijk; vrijuit)
-
open (niet dicht)
-
open (genaakbaar; toegankelijk; benaderbaar)
-
open (rechtschapen; oprecht; eerlijk)
ärligt; uppriktig; öppen; öppet; uppriktigt-
ärligt bijvoeglijk naamwoord
-
uppriktig bijvoeglijk naamwoord
-
öppen bijvoeglijk naamwoord
-
öppet bijvoeglijk naamwoord
-
uppriktigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
open (rechttoe; frank)