Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal opbleken

Vertaal opbleken van Nederlands naar Zweeds

Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opbleken:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opbleken (Nederlands) in het Zweeds

opbleken:

opbleken werkwoord (bleek op, bleekt op, bleekte op, bleekten op, opgebleekt)

  1. opbleken (bleken)
    bleka
    • bleka werkwoord (bleker, blekte, blekt)

Conjugations for opbleken:

o.t.t.
  1. bleek op
  2. bleekt op
  3. bleekt op
  4. bleken op
  5. bleken op
  6. bleken op
o.v.t.
  1. bleekte op
  2. bleekte op
  3. bleekte op
  4. bleekten op
  5. bleekten op
  6. bleekten op
v.t.t.
  1. heb opgebleekt
  2. hebt opgebleekt
  3. heeft opgebleekt
  4. hebben opgebleekt
  5. hebben opgebleekt
  6. hebben opgebleekt
v.v.t.
  1. had opgebleekt
  2. had opgebleekt
  3. had opgebleekt
  4. hadden opgebleekt
  5. hadden opgebleekt
  6. hadden opgebleekt
o.t.t.t.
  1. zal opbleken
  2. zult opbleken
  3. zal opbleken
  4. zullen opbleken
  5. zullen opbleken
  6. zullen opbleken
o.v.t.t.
  1. zou opbleken
  2. zou opbleken
  3. zou opbleken
  4. zouden opbleken
  5. zouden opbleken
  6. zouden opbleken
en verder
  1. ben opgebleekt
  2. bent opgebleekt
  3. is opgebleekt
  4. zijn opgebleekt
  5. zijn opgebleekt
  6. zijn opgebleekt
diversen
  1. bleek op!
  2. bleekt op!
  5. opgebleekt
  6. opblekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opbleken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bleka bleken; opbleken

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0180 seconde
Page rendered in 1.0 seconds