Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. oordeel:
  2. oordelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oordeel (Nederlands) in het Zweeds

oordeel:

oordeel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het oordeel (meningsuiting)
    åsikt; mening; syn
    • åsikt [-en] zelfstandig naamwoord
    • mening [-en] zelfstandig naamwoord
    • syn [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het oordeel (zienswijze; gezichtspunt; opvatting; )
    tankesätt
  3. het oordeel (visie; opvatting; zienswijze; )
    idé; inblick; vision
    • idé [-en] zelfstandig naamwoord
    • inblick [-en] zelfstandig naamwoord
    • vision [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor oordeel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
idé denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; benul; besef; bewustzijn; conceptie; denkbeeld; gedachte; idee; mentale voorstelling; notie
inblick denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze
mening meningsuiting; oordeel bedoeling; beduidenis; beduiding; belang; betekenis; denkbeeld; doel; dunk; gedachte; gewichtigheid; gezichtshoek; gezichtspunt; idee; import; inhoud; intentie; invalshoek; invoer; mening; mentale voorstelling; moedwil; nut; oogpunt; opinie; overtuiging; perspectief; standpunt; voornemen; zienswijs; zin
syn meningsuiting; oordeel aanblik; aanzicht; begrip; benul; beschouwing; gezindheid; inzicht; kans; mentale voorstelling; overtuiging; perspectief; toekomst; vaststaande mening; visie; visioen; vooruitzicht
tankesätt denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze bewustzijn; brein; denkrichting; denktrant; denkwijze; gedachtewereld; ideeënwereld; inzicht; manier van denken; rede; verstand
vision denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze visioen
åsikt meningsuiting; oordeel begrip; benul; denkbeeld; gedachte; gezichtshoek; gezichtspunt; gezindheid; idee; invalshoek; mening; mentale voorstelling; oogpunt; opinie; overtuiging; perspectief; standpunt; vaststaande mening; zienswijs
- mening; opvatting; standpunt

Verwante woorden van "oordeel":


Synoniemen voor "oordeel":


Verwante definities voor "oordeel":

  1. wat je ervan vindt1
    • wat is jouw oordeel over dit plan?1

Wiktionary: oordeel


Cross Translation:
FromToVia
oordeel dom sentence — decision of a jury

oordeel vorm van oordelen:

oordelen werkwoord (oordeel, oordeelt, oordeelde, oordeelden, geoordeeld)

  1. oordelen (een oordeel wijzen; rechtspreken)
    yttra
    • yttra werkwoord (yttrar, yttrade, yttrat)

Conjugations for oordelen:

o.t.t.
  1. oordeel
  2. oordeelt
  3. oordeelt
  4. oordelen
  5. oordelen
  6. oordelen
o.v.t.
  1. oordeelde
  2. oordeelde
  3. oordeelde
  4. oordeelden
  5. oordeelden
  6. oordeelden
v.t.t.
  1. heb geoordeeld
  2. hebt geoordeeld
  3. heeft geoordeeld
  4. hebben geoordeeld
  5. hebben geoordeeld
  6. hebben geoordeeld
v.v.t.
  1. had geoordeeld
  2. had geoordeeld
  3. had geoordeeld
  4. hadden geoordeeld
  5. hadden geoordeeld
  6. hadden geoordeeld
o.t.t.t.
  1. zal oordelen
  2. zult oordelen
  3. zal oordelen
  4. zullen oordelen
  5. zullen oordelen
  6. zullen oordelen
o.v.t.t.
  1. zou oordelen
  2. zou oordelen
  3. zou oordelen
  4. zouden oordelen
  5. zouden oordelen
  6. zouden oordelen
en verder
  1. is geoordeeld
  2. zijn geoordeeld
diversen
  1. oordeel!
  2. oordeelt!
  3. geoordeeld
  4. oordelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oordelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
yttra een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken spuien; uiten

Verwante woorden van "oordelen":


Wiktionary: oordelen


Cross Translation:
FromToVia
oordelen döma judge — to sit in judgment on, pass sentence on
oordelen döma judge — to sit in judgment on, act as judge
oordelen bedöma judge — to have as an opinion, consider, suppose
oordelen bedöma; avgöra judge — to arbitrate, to pass opinion on something
oordelen uppskatta; bedöma judge — to form an opinion, infer
oordelen döma juger — juri|fr décider une affaire, un différend en qualité de juge.

Verwante vertalingen van oordeel