Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. onzindelijkheid:
  2. onzindelijk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onzindelijkheid (Nederlands) in het Zweeds

onzindelijkheid:

onzindelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onzindelijkheid
    orenhet
    • orenhet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor onzindelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
orenhet onzindelijkheid onzuiverheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid

Verwante woorden van "onzindelijkheid":


onzindelijk:

onzindelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onzindelijk (onrein; onkies; onkuis)
    smutsig; oren; orent
    • smutsig bijvoeglijk naamwoord
    • oren bijvoeglijk naamwoord
    • orent bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor onzindelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oren onkies; onkuis; onrein; onzindelijk bedoezeld; groezelig; morsig; smoezelig; viezig
orent onkies; onkuis; onrein; onzindelijk bedoezeld; groezelig; morsig; smoezelig; viezig
smutsig onkies; onkuis; onrein; onzindelijk bedoezeld; groezelig; morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; zwijnachtig

Verwante woorden van "onzindelijk":


Computer vertaling door derden: