Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- onverbiddelijk:
-
Wiktionary:
- onverbiddelijk → oundvikligen, obönhörligen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onverbiddelijk (Nederlands) in het Zweeds
onverbiddelijk:
-
onverbiddelijk (onvermurwbaar; onverbiddelijke)
-
onverbiddelijk (onvermurwbaar; onbuigzaam)
sträng; strängt; oböjlig; obevekligt; oböjligt; oförsonligt-
sträng bijvoeglijk naamwoord
-
strängt bijvoeglijk naamwoord
-
oböjlig bijvoeglijk naamwoord
-
obevekligt bijvoeglijk naamwoord
-
oböjligt bijvoeglijk naamwoord
-
oförsonligt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor onverbiddelijk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sträng | aaneenschakeling; kabeldraad; kabelgaren; reeks; serie; snaar; tekenreeks | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
obevekligt | onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar | dwangmatig; onroerend |
oböjlig | onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar | |
oböjligt | onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar | |
oförsonligt | onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar | dwangmatig |
oundviklig | onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar | onafwendbaar; onvermijdelijk |
oundvikligt | onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar | door de behoefte vereist; nodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk |
sträng | onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar | gestreng; inspannend; niet toegevend; pittig; rigoureus; ruige; straf; streng; veeleisend |
strängt | onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar | gestreng; inspannend; niet toegevend; pittig; rigoureus; ruige; straf; streng; veeleisend |
Verwante woorden van "onverbiddelijk":
Wiktionary: onverbiddelijk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onverbiddelijk | → oundvikligen; obönhörligen | ↔ inexorably — in an inexorable manner; relentlessly |