Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ontzetten (Nederlands) in het Zweeds
ontzetten:
-
ontzetten (uit de macht ontzetten)
-
ontzetten (bevrijden van belegeraars; verlossen)
Conjugations for ontzetten:
o.t.t.
- ontzet
- ontzet
- ontzet
- ontzetten
- ontzetten
- ontzetten
o.v.t.
- ontzette
- ontzette
- ontzette
- ontzetten
- ontzetten
- ontzetten
v.t.t.
- heb ontzet
- hebt ontzet
- heeft ontzet
- hebben ontzet
- hebben ontzet
- hebben ontzet
v.v.t.
- had ontzet
- had ontzet
- had ontzet
- hadden ontzet
- hadden ontzet
- hadden ontzet
o.t.t.t.
- zal ontzetten
- zult ontzetten
- zal ontzetten
- zullen ontzetten
- zullen ontzetten
- zullen ontzetten
o.v.t.t.
- zou ontzetten
- zou ontzetten
- zou ontzetten
- zouden ontzetten
- zouden ontzetten
- zouden ontzetten
en verder
- ben ontzet
- bent ontzet
- is ontzet
- zijn ontzet
- zijn ontzet
- zijn ontzet
diversen
- ontzet!
- ontzet!
- ontzet
- ontzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ontzetten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avsätta | ontzetten; uit de macht ontzetten | onttronen |
frånta | ontzetten; uit de macht ontzetten | beroven van; depriveren; ontnemen; te kort doen |
släppa fri | bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen | vrijaf geven; vrijgeven |
utvisa | ontzetten; uit de macht ontzetten | deporteren; uitzetten |
Verwante woorden van "ontzetten":
Wiktionary: ontzetten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontzetten | → röra | ↔ move — to arouse the feelings or passions of |
• ontzetten | → bedöva; förbluffa | ↔ abasourdir — assourdir, étourdir par un grand bruit. |
• ontzetten | → avskeda; säga upp | ↔ licencier — congédier un employé. |
• ontzetten | → förjaga | ↔ renvoyer — envoyer de nouveau. |
• ontzetten | → bedöva; förbluffa | ↔ stupéfier — engourdir, diminuer ou suspendre le sentiment et le mouvement. |
ontzetten vorm van ontzet:
-
ontzet (verbouwereerd; verbaasd; stomverbaasd; perplex; beduusd; ontdaan; ontsteld; onthutst)
-
ontzet (van streek; geschokt; ontredderd)
-
het ontzet
Vertaal Matrix voor ontzet:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lindring | ontzet | troostingen; verlichting; vertroostingen |
lättnad | ontzet | geruststelling; herademing; opluchting; reliëf; verademing; verlichting; verzachting |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fördövad | beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd | |
fördövat | beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd | |
upprörd | geschokt; ontredderd; ontzet; van streek | gebelgd; gekwetst; getroffen; misnoegd; onthutst; ontsteld; overstuur; verontwaardigd; verschrikt; verstoord |
upprört | geschokt; ontredderd; ontzet; van streek | boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; opgefokt; opgehitst; overstuur; razend; tierend; woedend; woest |