Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ontroostbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontroostbaar (Nederlands) in het Zweeds

ontroostbaar:

ontroostbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. ontroostbaar (zielsbedroefd; niet te troosten)
    otröstligt; otröstlig

Vertaal Matrix voor ontroostbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
otröstlig niet te troosten; ontroostbaar; zielsbedroefd grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos
otröstligt niet te troosten; ontroostbaar; zielsbedroefd grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos

Verwante woorden van "ontroostbaar":

  • ontroostbaarheid, ontroostbare