Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ontmannen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontmannen (Nederlands) in het Zweeds

ontmannen:

ontmannen werkwoord (ontman, ontmant, ontmande, ontmanden, ontmand)

  1. ontmannen (castreren)
    kastrera
    • kastrera werkwoord (kastrerar, kastrerade, kastrerat)

Conjugations for ontmannen:

o.t.t.
  1. ontman
  2. ontmant
  3. ontmant
  4. ontmannen
  5. ontmannen
  6. ontmannen
o.v.t.
  1. ontmande
  2. ontmande
  3. ontmande
  4. ontmanden
  5. ontmanden
  6. ontmanden
v.t.t.
  1. heb ontmand
  2. hebt ontmand
  3. heeft ontmand
  4. hebben ontmand
  5. hebben ontmand
  6. hebben ontmand
v.v.t.
  1. had ontmand
  2. had ontmand
  3. had ontmand
  4. hadden ontmand
  5. hadden ontmand
  6. hadden ontmand
o.t.t.t.
  1. zal ontmannen
  2. zult ontmannen
  3. zal ontmannen
  4. zullen ontmannen
  5. zullen ontmannen
  6. zullen ontmannen
o.v.t.t.
  1. zou ontmannen
  2. zou ontmannen
  3. zou ontmannen
  4. zouden ontmannen
  5. zouden ontmannen
  6. zouden ontmannen
en verder
  1. ben ontmand
  2. bent ontmand
  3. is ontmand
  4. zijn ontmand
  5. zijn ontmand
  6. zijn ontmand
diversen
  1. ontman!
  2. ontmant!
  3. ontmand
  4. ontmannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontmannen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kastrera castreren; ontmannen