Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ontevredenheid:
  2. ontevreden:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontevredenheid (Nederlands) in het Zweeds

ontevredenheid:

ontevredenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ontevredenheid (misnoegen; ongenoegen)
    missnöjdhet
  2. de ontevredenheid (onbehagen; onvrede; onaangenaamheid; misnoegen; onbehaaglijkheid)
    obehaglighet; obehag; otillfredsställelse

Vertaal Matrix voor ontevredenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
missnöjdhet misnoegen; ongenoegen; ontevredenheid
obehag misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ontevredenheid; onvrede ergernis; hinder; malaise; misnoegen; onbehaaglijkheden; onbehagen; ongemakken; ongerieven; onmin; ontevredenheden; onvrede; overlast; slapheid; slapte
obehaglighet misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ontevredenheid; onvrede
otillfredsställelse misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ontevredenheid; onvrede

Verwante woorden van "ontevredenheid":


Wiktionary: ontevredenheid


Cross Translation:
FromToVia
ontevredenheid missnöje dissatisfaction — unhappiness or discontent

ontevreden:

ontevreden bijvoeglijk naamwoord

  1. ontevreden (misnoegd; gebelgd)
    missnöjd

Vertaal Matrix voor ontevreden:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
missnöjd gebelgd; misnoegd; ontevreden

Verwante woorden van "ontevreden":


Wiktionary: ontevreden

ontevreden
adjective
  1. behoefte voelend om aanmerkingen te maken

Cross Translation:
FromToVia
ontevreden missbelåten; missnöjd mécontent — Qui n’est pas satisfait de quelque chose ou de quelqu'un.