Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- ontbijt:
- ontbijten:
-
Wiktionary:
- ontbijt → frukost, morgonmål
- ontbijten → äta, frukost, äta frukost
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ontbijt (Nederlands) in het Zweeds
ontbijt:
Vertaal Matrix voor ontbijt:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
frukost | ontbijt |
Verwante woorden van "ontbijt":
Verwante definities voor "ontbijt":
ontbijten:
-
ontbijten (ontbijt eten)
Conjugations for ontbijten:
o.t.t.
- ontbijt
- ontbijt
- ontbijt
- ontbijten
- ontbijten
- ontbijten
o.v.t.
- ontbeet
- ontbeet
- ontbeet
- ontbeten
- ontbeten
- ontbeten
v.t.t.
- heb ontbeten
- hebt ontbeten
- heeft ontbeten
- hebben ontbeten
- hebben ontbeten
- hebben ontbeten
v.v.t.
- had ontbeten
- had ontbeten
- had ontbeten
- hadden ontbeten
- hadden ontbeten
- hadden ontbeten
o.t.t.t.
- zal ontbijten
- zult ontbijten
- zal ontbijten
- zullen ontbijten
- zullen ontbijten
- zullen ontbijten
o.v.t.t.
- zou ontbijten
- zou ontbijten
- zou ontbijten
- zouden ontbijten
- zouden ontbijten
- zouden ontbijten
diversen
- ontbijt!
- ontbijtt!
- ontbeten
- ontbijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ontbijten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
frukostera | ontbijt eten; ontbijten | |
äta frukost | ontbijt eten; ontbijten |
Verwante woorden van "ontbijten":
Wiktionary: ontbijten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontbijten | → äta; frukost | ↔ breakfast — to eat the morning meal |
• ontbijten | → äta frukost | ↔ frühstücken — ein Frühstück zu sich nehmen |