Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. onsmakelijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onsmakelijk (Nederlands) in het Zweeds

onsmakelijk:

onsmakelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onsmakelijk (onappetijtelijk; walgelijk)
    osmakligt; oaptitligt; motbjudande; vidrigt; osmaklig

Vertaal Matrix voor onsmakelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
motbjudande viesheid; walgelijkheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
motbjudande onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk onverkwikkelijk; stuitend
oaptitligt onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk afstotelijk voor zintuigen; lelijk
osmaklig onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk muf; onfris; onverkwikkelijk; stuitend
osmakligt onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk muf; onfris; onverkwikkelijk; stuitend
vidrigt onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk afstotelijk voor zintuigen; gedrochtelijk; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; lelijk; lelijk uitziend; misvormd; monsterlijk; onverkwikkelijk; stuitend; wanstaltig

Verwante woorden van "onsmakelijk":

  • onsmakelijkheid, onsmakelijker, onsmakelijkere, onsmakelijkst, onsmakelijkste, onsmakelijke

Wiktionary: onsmakelijk


Cross Translation:
FromToVia
onsmakelijk oaptitlig unpalatable — unpleasant to the taste