Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onmachtig (Nederlands) in het Zweeds

onmachtig:

onmachtig bijvoeglijk naamwoord

  1. onmachtig (hulpeloos)
    hjälplös; hjälplöst; vanmäktig; vanmäktigt; kraftlöst
  2. onmachtig (machteloos)
    hjälplös; hjälplöst; omäktigt; okunnig; okunnigt

Vertaal Matrix voor onmachtig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
okunnig onkunde; onkundigheid; onwetendheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hjälplös hulpeloos; machteloos; onmachtig hulpeloos; weerloos
hjälplöst hulpeloos; machteloos; onmachtig hulpeloos; krachteloos; weerloos
kraftlöst hulpeloos; onmachtig bleekjes; mat; niet uitbundig; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak
okunnig machteloos; onmachtig incompetent; onbevoegd; onwetend
okunnigt machteloos; onmachtig incompetent; niet onderwezen; onbevoegd; ongeleerd; ongeletterd; onontwikkeld; onwetend
omäktigt machteloos; onmachtig
vanmäktig hulpeloos; onmachtig
vanmäktigt hulpeloos; onmachtig

Verwante woorden van "onmachtig":

  • onmachtige