Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onmachtig (Nederlands) in het Zweeds
onmachtig:
-
onmachtig (hulpeloos)
hjälplös; hjälplöst; vanmäktig; vanmäktigt; kraftlöst-
hjälplös bijvoeglijk naamwoord
-
hjälplöst bijvoeglijk naamwoord
-
vanmäktig bijvoeglijk naamwoord
-
vanmäktigt bijvoeglijk naamwoord
-
kraftlöst bijvoeglijk naamwoord
-
-
onmachtig (machteloos)
Vertaal Matrix voor onmachtig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
okunnig | onkunde; onkundigheid; onwetendheid | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hjälplös | hulpeloos; machteloos; onmachtig | hulpeloos; weerloos |
hjälplöst | hulpeloos; machteloos; onmachtig | hulpeloos; krachteloos; weerloos |
kraftlöst | hulpeloos; onmachtig | bleekjes; mat; niet uitbundig; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak |
okunnig | machteloos; onmachtig | incompetent; onbevoegd; onwetend |
okunnigt | machteloos; onmachtig | incompetent; niet onderwezen; onbevoegd; ongeleerd; ongeletterd; onontwikkeld; onwetend |
omäktigt | machteloos; onmachtig | |
vanmäktig | hulpeloos; onmachtig | |
vanmäktigt | hulpeloos; onmachtig |