Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fräscht
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
|
fris; koel; luchtig
|
nytt
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
|
fonkelnieuw; nagelnieuw; nieuw; nieuwbakken; nieuwe; pas gekocht; spiksplinternieuw; splinternieuw
|
oanvänd
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
|
ijdel; leeg; loos; ongevuld
|
oanvänt
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
|
ijdel; leeg; loos; ongevuld
|
orörd
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
|
gaaf; koelbloedig; maagdelijk; onaangeraakt; onbewogen; ongerept; onverschillig; puur; virginaal; zuiver
|
orört
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
|
gaaf; koelbloedig; maagdelijk; onaangeraakt; onaangetast; onbewogen; ongerept; onverschillig; onverzwakt; puur; virginaal; zuiver
|
oöppnad
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
|
|
oöppnat
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
|
|