Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ongelijkheid:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ongelijkheid (Nederlands) in het Zweeds

ongelijkheid:

ongelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ongelijkheid (hobbel; bobbel; oneffenheid)
    hinder; knöl; ojämnhet
    • hinder [-ett] zelfstandig naamwoord
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
    • ojämnhet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ongelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hinder bobbel; hobbel; oneffenheid; ongelijkheid afhouden; belemmering; beletsel; beletten; bemoeilijking; breidel; hinder; hindernis; klip; obstakel; obstructie; overlast; struikelblok; verhinderd zijn; verhindering; weerhouden
knöl bobbel; hobbel; oneffenheid; ongelijkheid boerenlul; gek; hobbel; hondsvot; hork; knobbel; knoest; kwast; kwetsuur; letsel; lummel; mallerd; malloot; pias; zot; zottin
ojämnhet bobbel; hobbel; oneffenheid; ongelijkheid grofheid; hobbeligheid; hobbeling; oneffenheid; opgezwollenheid; ruw van makelij; ruwheid

Wiktionary: ongelijkheid


Cross Translation:
FromToVia
ongelijkheid ojämlikhet disparity — the state of being unequal; difference
ongelijkheid olikhet inequality — statement that one quantity is less (or greater) than another
ongelijkheid olikhet; skillnad différence — Objet de comparaison, de distinction d’une chose par rapport à une autre.