Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ongedurigheid:
  2. ongedurig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ongedurigheid (Nederlands) in het Zweeds

ongedurigheid:

ongedurigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ongedurigheid (onrust; agitatie; beroering; gewoel)
    stress; oro; orolighet; jäkt
    • stress [-en] zelfstandig naamwoord
    • oro [-en] zelfstandig naamwoord
    • orolighet [-en] zelfstandig naamwoord
    • jäkt [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de ongedurigheid (beweeglijkheid)
    livlighet

Vertaal Matrix voor ongedurigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jäkt agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust gebrom; gemurmel; geroezemoes
livlighet beweeglijkheid; ongedurigheid beweeglijkheid; dartelheid; drukte; kwiekheid; levendigheid; opgewektheid; speelsheid; vrolijkheid
oro agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; ontsteltenissen; opschudding; opzien; sensatie; smarten; verontrusting; verwarring; zorg
orolighet agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust gejaagdheid; oproer; opstand; opstootje; rel; volksoproer; vuistgevecht
stress agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust emotionele spanning; gejaagdheid; gespannenheid; mentale spanning; spanning; stress
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
oro kwelling

Verwante woorden van "ongedurigheid":


ongedurigheid vorm van ongedurig:

ongedurig bijvoeglijk naamwoord

  1. ongedurig
    rastlös; otåligt; hoppig; hoppigt; fladdrigt; rastlöst

Vertaal Matrix voor ongedurig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fladdrigt ongedurig onrustig; roerig; woelig
hoppig ongedurig
hoppigt ongedurig bultig
otåligt ongedurig ongeduldig
rastlös ongedurig onrustig; roerig; rusteloos; woelig
rastlöst ongedurig onrustig; roerig; rusteloos; woelig

Verwante woorden van "ongedurig":