Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ondeugdelijk (Nederlands) in het Zweeds
ondeugdelijk:
-
ondeugdelijk (gebrekkig)
bristfällig; bristfälligt; icke fullständig-
bristfällig bijvoeglijk naamwoord
-
bristfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
icke fullständig bijvoeglijk naamwoord
-
-
ondeugdelijk (inferieur; minderwaardig; slecht; zwak; ondermaats; tweederangs; arm)
undermåligt; dålig; dåligt-
undermåligt bijvoeglijk naamwoord
-
dålig bijvoeglijk naamwoord
-
dåligt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ondeugdelijk:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bristfällig | gebrekkig; ondeugdelijk | |
bristfälligt | gebrekkig; ondeugdelijk | vicieus |
dålig | arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak | aan een ziekte lijdend; achterbaks; banaal; bekaaid; boosaardig; er bekaaid afkomen; geniepig; gluiperig; in het geniep; laag; malicieus; pover; schamel; snood; stiekem; verraderlijk; vuig; ziek |
dåligt | arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak | aan een ziekte lijdend; achterbaks; banaal; bekaaid; boosaardig; er bekaaid afkomen; gemeen; geniepig; gluiperig; in het geniep; laag; malicieus; min; pover; schamel; slecht; snood; stiekem; vals; verraderlijk; vuig; ziek |
icke fullständig | gebrekkig; ondeugdelijk | |
undermåligt | arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak |