Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ondervinden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ondervinden (Nederlands) in het Zweeds

ondervinden:

ondervinden werkwoord (ondervind, ondervindt, ondervond, ondervonden, ondervonden)

  1. ondervinden (ervaren; beleven; gewaarworden; voelen)
    uppleva; känna; erfara
    • uppleva werkwoord (upplever, upplevde, upplevt)
    • känna werkwoord (känner, kännde, kännt)
    • erfara werkwoord (erfar, erfor, erfarit)

Conjugations for ondervinden:

o.t.t.
  1. ondervind
  2. ondervindt
  3. ondervindt
  4. ondervinden
  5. ondervinden
  6. ondervinden
o.v.t.
  1. ondervond
  2. ondervond
  3. ondervond
  4. ondervonden
  5. ondervonden
  6. ondervonden
v.t.t.
  1. heb ondervonden
  2. hebt ondervonden
  3. heeft ondervonden
  4. hebben ondervonden
  5. hebben ondervonden
  6. hebben ondervonden
v.v.t.
  1. had ondervonden
  2. had ondervonden
  3. had ondervonden
  4. hadden ondervonden
  5. hadden ondervonden
  6. hadden ondervonden
o.t.t.t.
  1. zal ondervinden
  2. zult ondervinden
  3. zal ondervinden
  4. zullen ondervinden
  5. zullen ondervinden
  6. zullen ondervinden
o.v.t.t.
  1. zou ondervinden
  2. zou ondervinden
  3. zou ondervinden
  4. zouden ondervinden
  5. zouden ondervinden
  6. zouden ondervinden
diversen
  1. ondervind!
  2. ondervindt!
  3. ondervonden
  4. ondervindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ondervinden [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ondervinden (ondervinding)
    erfarenhet; upplevelse; rön

Vertaal Matrix voor ondervinden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erfarenhet ondervinden; ondervinding belevenis; bevinding; ervaring; praktijk; routine
rön ondervinden; ondervinding ontdekking; vinding; vondst
upplevelse ondervinden; ondervinding belevenis; bevinding; ervaring; meemaken van een gebeurtenis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erfara beleven; ervaren; gewaarworden; ondervinden; voelen achterhalen; ervaren als; te weten komen
känna beleven; ervaren; gewaarworden; ondervinden; voelen aangrijpen; bemerken; bespeuren; betasten; bevoelen; gewaarworden; iets voelen; kennen; merken; ontroeren; ontwaren; op de hoogte zijn; voelen; waarnemen; weten; zien
uppleva beleven; ervaren; gewaarworden; ondervinden; voelen ervaren als; meemaken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erfarenhet bedreven; bekwaam; geoefend; uit ervaring

Wiktionary: ondervinden


Cross Translation:
FromToVia
ondervinden uppleva experience — to observe or undergo