Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. onbillijkheid:
  2. onbillijk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onbillijkheid (Nederlands) in het Zweeds

onbillijkheid:

onbillijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onbillijkheid (onrechtvaardigheid; onrecht; ongerechtigheid)
    orättvisa; orättfärdighet; ojämlikhet; orätt

Vertaal Matrix voor onbillijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ojämlikhet onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid
orätt onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid ongelijk; onrecht; verkeerde
orättfärdighet onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid verkeerde
orättvisa onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid

Verwante woorden van "onbillijkheid":


onbillijkheid vorm van onbillijk:

onbillijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onbillijk (onrechtvaardig; ongegrond; onredelijk; unfair)
    orättvist; oärlig
  2. onbillijk (oneerlijk; onterecht; onrechtvaardig; ongegrond; unfair)
    oärlig; oärligt

Vertaal Matrix voor onbillijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
orättvist onbillijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; unfair onverantwoordelijk; onverdedigbaar
oärlig onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; onterecht; unfair huichelachtig; malafide; onoprecht
oärligt onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair huichelachtig; malafide; onoprecht

Verwante woorden van "onbillijk":


Computer vertaling door derden: