Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. onbetwistbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onbetwistbaar (Nederlands) in het Zweeds

onbetwistbaar:

onbetwistbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. onbetwistbaar (onaanvechtbaar)
    obestridlig; obestridligt

Vertaal Matrix voor onbetwistbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obestridlig onaanvechtbaar; onbetwistbaar beslist; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
obestridligt onaanvechtbaar; onbetwistbaar beslist; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; onloochenbaar; onmiskenbaar; onomstotelijk; onweerlegbaar; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker

Verwante woorden van "onbetwistbaar":

  • onbetwistbaarheid, onbetwistbare