Nederlands
Uitgebreide vertaling voor omgekocht (Nederlands) in het Zweeds
omgekocht:
-
omgekocht
korrumperad; mutat; korrumperat-
korrumperad bijvoeglijk naamwoord
-
mutat bijvoeglijk naamwoord
-
korrumperat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor omgekocht:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
korrumperad | omgekocht | liederlijk; onzedelijk; verdorven; verregaand zedenloos |
korrumperat | omgekocht | |
mutat | omgekocht |
Verwante woorden van "omgekocht":
omgekocht vorm van omkopen:
-
omkopen (corrumperen)
Conjugations for omkopen:
o.t.t.
- koop om
- koopt om
- koopt om
- kopen om
- kopen om
- kopen om
o.v.t.
- kocht om
- kocht om
- kocht om
- kochten om
- kochten om
- kochten om
v.t.t.
- heb omgekocht
- hebt omgekocht
- heeft omgekocht
- hebben omgekocht
- hebben omgekocht
- hebben omgekocht
v.v.t.
- had omgekocht
- had omgekocht
- had omgekocht
- hadden omgekocht
- hadden omgekocht
- hadden omgekocht
o.t.t.t.
- zal omkopen
- zult omkopen
- zal omkopen
- zullen omkopen
- zullen omkopen
- zullen omkopen
o.v.t.t.
- zou omkopen
- zou omkopen
- zou omkopen
- zouden omkopen
- zouden omkopen
- zouden omkopen
en verder
- ben omgekocht
- bent omgekocht
- is omgekocht
- zijn omgekocht
- zijn omgekocht
- zijn omgekocht
diversen
- koop om!
- koopt om!
- omgekocht
- omkopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor omkopen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sticka för | corrumperen; omkopen | spekken |
Verwante definities voor "omkopen":
Wiktionary: omkopen
omkopen
Cross Translation:
verb
-
(iemand ~) met behulp van geschenken, geld e.d. overhalen om van zijn plicht, partij, overtuiging te verzakent
- omkopen → muta
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• omkopen | → muta | ↔ bribe — to give a bribe |
• omkopen | → muta; besticka | ↔ bestechen — eine Gabe an eine Amtsperson überlassen, um diese zur Verletzung ihrer Amtspflicht zu bewegen |
• omkopen | → smörja; muta | ↔ graisser — enduire de graisse, lubrifier, oindre avec un corps gras. |
• omkopen | → muta | ↔ soudoyer — (vieilli) entretenir des gens de guerre, leur payer une solde. |