Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. offensieven:
  2. offensief:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor offensieven (Nederlands) in het Zweeds

offensieven:

offensieven [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de offensieven
    anfall; angrepp; offensiver

Vertaal Matrix voor offensieven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anfall offensieven beslagleggingen; stormaanvallen; stuwdruk
angrepp offensieven aanrandingen; bestormingen; stuwdruk
offensiver offensieven

Verwante woorden van "offensieven":


offensieven vorm van offensief:

offensief bijvoeglijk naamwoord

  1. offensief (agressief; aanvallend)
    aggressiv; offensivt; aggressivt

offensief [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het offensief (bestorming; aanval; run; )
    stormning

Vertaal Matrix voor offensief:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stormning aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aggressiv aanvallend; agressief; offensief agressief; gewelddadig
aggressivt aanvallend; agressief; offensief agressief; gewelddadig
offensivt aanvallend; agressief; offensief

Verwante woorden van "offensief":


Wiktionary: offensief


Cross Translation:
FromToVia
offensief offensiv Offensive — durch Angriff gekennzeichnetes Vorgehen
offensief offensiv offensivfremdsprachlich: angriffslustig, den Angriff vorziehend/liebend
offensief tillträde; anfall accès — Action, endroit, ou facilité plus ou moins grande d’accéder dans un lieu, physique ou virtuel.
offensief anfall; angrepp; attack assautattaque pour emporter de vif force une ville, une place de guerre, une position, etc.
offensief angrepp; anfall attaque — propre|nocat=1 Action d'attaquer