Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nuffig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nuffig (Nederlands) in het Zweeds

nuffig:

nuffig bijvoeglijk naamwoord

  1. nuffig (kwasterig; verwaand)
    inbilsk; högfärdig; egenkärt; inbilskt; högfärdigt

Vertaal Matrix voor nuffig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egenkärt kwasterig; nuffig; verwaand
högfärdig kwasterig; nuffig; verwaand hanig
högfärdigt kwasterig; nuffig; verwaand fier; flink; glorieus; groots; hanig; prat; trots
inbilsk kwasterig; nuffig; verwaand
inbilskt kwasterig; nuffig; verwaand

Verwante woorden van "nuffig":

  • nuffigheid, nuffige