Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nop:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nop (Nederlands) in het Zweeds

nop:

nop [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de nop (vlek; spat; stip; )
    fläck
    • fläck [-en] zelfstandig naamwoord

nop bijvoeglijk naamwoord

  1. nop (noppes)
    noll
    • noll bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor nop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fläck moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje beits; plekje; smet; vlek
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
noll nul
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
noll nop; noppes nihil; nul

Verwante woorden van "nop":


Wiktionary: nop


Cross Translation:
FromToVia
nop flinga Flocke — mehrere, durch Wasser verbundene Eiskristalle