Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- niveau:
-
Wiktionary:
- niveau → nivå, höjd, bana, slätt, plan, andefattig, medioker, anspråkslös
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor niveau (Nederlands) in het Zweeds
niveau:
Vertaal Matrix voor niveau:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anseende | aanzien; achting; niveau | aangezicht; aanzien; achtbaarheid; faam; gelaat; gezicht; naam; prestige; reputatie; roep; status |
grad | graad; niveau; peil | cijfer; echelon; geleding; graad; gradatie; kwantiteit; laag; mate; militaire rang; schoolcijfer; thermometergraad; warmtegraad |
nivå | dimensieniveau; graad; laag; niveau; peil; plan; stand | echelon; geleding; klasse; laag |
reputation | aanzien; achting; niveau | faam; naam; reputatie; roep |
rykte | aanzien; achting; niveau | faam; mare; naam; officieus bericht; praat; reputatie; roep |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dimensionsnivå | dimensieniveau; niveau |
Verwante woorden van "niveau":
Synoniemen voor "niveau":
Verwante definities voor "niveau":
Wiktionary: niveau
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• niveau | → nivå; höjd | ↔ level — distance relative to a given reference elevation |
• niveau | → bana; nivå | ↔ level — one of several discrete segments of a game (gaming) |
• niveau | → slätt | ↔ Ebene — Geographie: lang ausgestreckte, flache, hügelfreie Landschaft unabhängig von ihrer Höhe über dem Meer |
• niveau | → plan | ↔ Ebene — Bauwesen: Geschoss, Etage in einem Gebäude |
• niveau | → andefattig; medioker; anspråkslös | ↔ niveaulos — kein Niveau habend; keine geistige Höhe aufweisend |
• niveau | → nivå | ↔ niveau — Outil servant à vérifier la planéité d’une surface |