Nederlands
Uitgebreide vertaling voor nijpend (Nederlands) in het Zweeds
nijpend:
-
nijpend (smartelijk)
-
nijpend (beklemmend; smartelijk; knellend)
tung; tungt; besvärlig; besvärligt; betungande-
tung bijvoeglijk naamwoord
-
tungt bijvoeglijk naamwoord
-
besvärlig bijvoeglijk naamwoord
-
besvärligt bijvoeglijk naamwoord
-
betungande bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor nijpend:
nijpend vorm van nijpen:
-
nijpen
Conjugations for nijpen:
o.t.t.
- nijp
- nijpt
- nijpt
- nijpen
- nijpen
- nijpen
o.v.t.
- neep
- neep
- neep
- nepen
- nepen
- nepen
v.t.t.
- heb genepen
- hebt genepen
- heeft genepen
- hebben genepen
- hebben genepen
- hebben genepen
v.v.t.
- had genepen
- had genepen
- had genepen
- hadden genepen
- hadden genepen
- hadden genepen
o.t.t.t.
- zal nijpen
- zult nijpen
- zal nijpen
- zullen nijpen
- zullen nijpen
- zullen nijpen
o.v.t.t.
- zou nijpen
- zou nijpen
- zou nijpen
- zouden nijpen
- zouden nijpen
- zouden nijpen
en verder
- ben genepen
- bent genepen
- is genepen
- zijn genepen
- zijn genepen
- zijn genepen
diversen
- nijp!
- nijpt!
- genepen
- nijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor nijpen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bli utan | nijpen | |
komma till korta | nijpen |