Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- nieuw:
-
Wiktionary:
- nieuw → ny, nyupptäckt
- nieuw → fräsch, ny, nyupptäckt
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor nieuw (Nederlands) in het Zweeds
nieuw:
-
nieuw (pas gekocht)
-
nieuw (nieuwbakken)
Vertaal Matrix voor nieuw:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
färskt | nieuw; nieuwbakken | |
ny | nieuw; nieuwbakken | fonkelnieuw; nagelnieuw; nieuwe; spiksplinternieuw; splinternieuw |
nygjord | nieuw; pas gekocht | |
nygjort | nieuw; pas gekocht | |
nytt | nieuw; nieuwbakken; pas gekocht | fonkelnieuw; nagelnieuw; nieuwe; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; spiksplinternieuw; splinternieuw |
Verwante woorden van "nieuw":
Antoniemen van "nieuw":
Verwante definities voor "nieuw":
Wiktionary: nieuw
nieuw
Cross Translation:
adjective
-
recentelijk gemaakt
- nieuw → ny
-
recentelijk ontdekt
- nieuw → ny; nyupptäckt
-
huidige
- nieuw → ny
-
onderscheidt nieuwere namen van oudere
- nieuw → ny
-
in originele staat
- nieuw → ny
-
vreemd, onbekend
- nieuw → ny
-
recentelijk aangekomen of opgedoken
- nieuw → ny
-
woorden die in een of meer van de bovenstaande categoriën horen, maar waarvan niet bekend is in welke (voel u vrij deze woorden in de juiste categorie in te voegen)
- nieuw → ny
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nieuw | → fräsch | ↔ fresh — new or clean |
• nieuw | → ny | ↔ new — recently made or created |
• nieuw | → nyupptäckt; ny | ↔ new — additional, recently discovered |
• nieuw | → ny | ↔ new — current or later |
• nieuw | → ny | ↔ new — distinguishing something established more recently |
• nieuw | → ny | ↔ new — in original condition, pristine |
• nieuw | → ny | ↔ new — refreshed, reinvigorated |
• nieuw | → ny | ↔ new — of recent origin |
• nieuw | → ny | ↔ new — strange, unfamiliar |
• nieuw | → ny | ↔ new — recently arrived or appeared |
• nieuw | → ny | ↔ new — inexperienced, unaccustomed |
• nieuw | → ny; fräsch | ↔ neu — vor kurzer Zeit gemacht oder geschehen |
• nieuw | → ny | ↔ nouveau — Qui n’existait pas, qui était inconnu |