Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor neuzen (Nederlands) in het Zweeds
neuzen:
-
neuzen (speuren)
Conjugations for neuzen:
o.t.t.
- neus
- neust
- neust
- neuzen
- neuzen
- nneuzen
o.v.t.
- neusde
- neusde
- neusde
- neusden
- neusden
- neusden
v.t.t.
- heb geneusd
- hebt geneusd
- heeft geneusd
- hebben geneusd
- hebben geneusd
- hebben geneusd
v.v.t.
- had geneusd
- had geneusd
- had geneusd
- hadden geneusd
- hadden geneusd
- hadden geneusd
o.t.t.t.
- zal neuzen
- zult neuzen
- zal neuzen
- zullen neuzen
- zullen neuzen
- zullen neuzen
o.v.t.t.
- zou neuzen
- zou neuzen
- zou neuzen
- zouden neuzen
- zouden neuzen
- zouden neuzen
diversen
- neus!
- neust!
- geneusd
- neuzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor neuzen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ströva omkring | neuzen; speuren | dolen; ronddolen; ronddwalen; rondlopen; rondslenteren; rondwandelen; rondzwerven; waren; zwalken |
Verwante woorden van "neuzen":
neuzen vorm van neus:
-
de neus (neus anatomie)
Vertaal Matrix voor neus:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nos | neus; neus anatomie | mond; tuit |
nosande | neus; neus anatomie | |
näsa | neus; neus anatomie | speurzin; tuit |
sniffning | neus; neus anatomie |
Verwante woorden van "neus":
Verwante definities voor "neus":
Wiktionary: neus
neus
Cross Translation:
noun
-
een orgaan dat gebruikt wordt bij de ademhaling en om te ruiken
- neus → näsa
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• neus | → näsa | ↔ nose — protuberance on the face |
• neus | → nos; spets | ↔ nose — tip of an object |
• neus | → grina | ↔ sneer — raise a corner of the upper lip slightly in scorn |
• neus | → tå | ↔ toe — part of a shoe or sock covering the toe |
• neus | → nos; näsa | ↔ Nase — ein Geruchs- und Atmungsorgan in der Mitte des Gesichts |
• neus | → ände; ända; slut | ↔ bout — partie extrême d’une chose. |
• neus | → näsa | ↔ nez — Appendice au milieu de la figure d’un humain |