Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. neutjes:
  2. neut:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor neutjes (Nederlands) in het Zweeds

neutjes:

neutjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. neutjes (borrels)
    sup; hutt; jamare
    • sup [-en] zelfstandig naamwoord
    • hutt [-en] zelfstandig naamwoord
    • jamare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor neutjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hutt borrels; neutjes
jamare borrels; neutjes
sup borrels; neutjes borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje

Verwante woorden van "neutjes":


neutjes vorm van neut:

neut [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de neut (borrel)
    droppe
    • droppe [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor neut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
droppe borrel; neut borrel; drop; dropping; druppel; kledder; kleine slok; klodder; kwak; lik; slokje; staande receptie
- borrel

Verwante woorden van "neut":


Synoniemen voor "neut":


Verwante definities voor "neut":

  1. drankje met alcohol1
    • nemen we nog een neut?1