Nederlands
Uitgebreide vertaling voor neervlijen (Nederlands) in het Zweeds
neervlijen:
-
neervlijen
Conjugations for neervlijen:
o.t.t.
- vlij neer
- vlijt neer
- vlijt neer
- vlijen neer
- vlijen neer
- vlijen neer
o.v.t.
- vleed neer
- vleed neer
- vleed neer
- vleden neer
- vleden neer
- vleden neer
v.t.t.
- ben neergevlijd
- bent neergevlijd
- is neergevlijd
- zijn neergevlijd
- zijn neergevlijd
- zijn neergevlijd
v.v.t.
- was neergevlijd
- was neergevlijd
- was neergevlijd
- waren neergevlijd
- waren neergevlijd
- waren neergevlijd
o.t.t.t.
- zal neervlijen
- zult neervlijen
- zal neervlijen
- zullen neervlijen
- zullen neervlijen
- zullen neervlijen
o.v.t.t.
- zou neervlijen
- zou neervlijen
- zou neervlijen
- zouden neervlijen
- zouden neervlijen
- zouden neervlijen
diversen
- vlij neer!
- vlijt neer!
- neergevlijd
- neervlijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor neervlijen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lägga ner | neervlijen | deponeren; leggen; neerleggen; neerzetten; plaatsen; stationeren; vlijen; wegleggen; zetten |