Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. navolger:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor navolger (Nederlands) in het Zweeds

navolger:

navolger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de navolger (volgeling; aanhanger; discipel; volger)
    anhängare; lärjunge
  2. de navolger (imitator; nabootser)
    följare; imitator

Vertaal Matrix voor navolger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anhängare aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger aanhanger; discipelen; fan; medestanders; partijgangers; supporter; volgelinge; volgelingen
följare imitator; nabootser; navolger imitator; nabootser; namaker; vervalser
imitator imitator; nabootser; navolger
lärjunge aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger leerling; scholier; volgelinge

Verwante woorden van "navolger":

  • navolgers