Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. narrig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor narrig (Nederlands) in het Zweeds

narrig:

narrig bijvoeglijk naamwoord

  1. narrig
    vresig; vresigt

Vertaal Matrix voor narrig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vresig narrig bokkig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; korzelig; nors; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig
vresigt narrig bokkig; brommmerig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; korzelig; nors; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig

Verwante woorden van "narrig":

  • narrige

Wiktionary: narrig


Cross Translation:
FromToVia
narrig missmodig; surmulen missmutig — schlecht gelaunt, mürrisch
narrig butter; vresig mürrischmissmutig