Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nakomend:
  2. nakomen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nakomend (Nederlands) in het Zweeds

nakomend:

nakomend bijvoeglijk naamwoord

  1. nakomend
    efterkommande

Vertaal Matrix voor nakomend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
efterkommande nakomend

nakomen:

nakomen werkwoord (kom na, komt na, kwam na, kwamen na, nagekomen)

  1. nakomen
    följa; följa efter
    • följa werkwoord (följer, följde, följt)
    • följa efter werkwoord (följer efter, följde efter, följt efter)

Conjugations for nakomen:

o.t.t.
  1. kom na
  2. komt na
  3. komt na
  4. komen na
  5. komen na
  6. komen na
o.v.t.
  1. kwam na
  2. kwam na
  3. kwam na
  4. kwamen na
  5. kwamen na
  6. kwamen na
v.t.t.
  1. ben nagekomen
  2. bent nagekomen
  3. is nagekomen
  4. zijn nagekomen
  5. zijn nagekomen
  6. zijn nagekomen
v.v.t.
  1. was nagekomen
  2. was nagekomen
  3. was nagekomen
  4. waren nagekomen
  5. waren nagekomen
  6. waren nagekomen
o.t.t.t.
  1. zal nakomen
  2. zult nakomen
  3. zal nakomen
  4. zullen nakomen
  5. zullen nakomen
  6. zullen nakomen
o.v.t.t.
  1. zou nakomen
  2. zou nakomen
  3. zou nakomen
  4. zouden nakomen
  5. zouden nakomen
  6. zouden nakomen
diversen
  1. kom na!
  2. komt na!
  3. nagekomen
  4. nakomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor nakomen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
följa nakomen begeleiden; bijhouden; chaperonneren; escorteren; geleiden; jachten; meegaan; meelopen; naleven; navolgen; opdrijven; ophitsen; opjagen; opvolgen; vergezellen; volgen; voortjagen
följa efter nakomen later komen; met pen overtekenen; overtrekken; schaduwen

Wiktionary: nakomen


Cross Translation:
FromToVia
nakomen fullända; fullborda; fullgöra; hålla accomplirachever entièrement.
nakomen beskydda; freda; skydda; värja; värna; lova; garantera; betrygga; försäkra assurerrendre stable.
nakomen realisera réaliser — construire