Nederlands

Uitgebreide vertaling voor naar (Nederlands) in het Zweeds

naar:

naar bijvoeglijk naamwoord

  1. naar (naar toe; toe)
    till; i riktning mot
  2. naar (zoals)
    såsom; som
    • såsom bijvoeglijk naamwoord
    • som bijvoeglijk naamwoord
  3. naar (ergens naartoe)
    att
    • att bijvoeglijk naamwoord
  4. naar (onpasselijk; misselijk; onwel)
    äcklande; sjukligt; äcklandet
  5. naar (beroerd; ellendig; akelig)
    eländigt; erbarmlig; erbarmligt
  6. naar (naargeestig; somber)
    olycklig; dyster
  7. naar (onaangenaam; hinderlijk; onplezierig; )
    otrevlig; otrevligt

Vertaal Matrix voor naar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
olycklig ongelukkige
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- erg
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
som hetgeen; welk; welke
såsom zulks
till tot; tot bij; totdat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
att ergens naartoe; naar
dyster naar; naargeestig; somber bitter; bitterachtig; druilerig; miezerig
eländigt akelig; beroerd; ellendig; naar armzalig; banaal; bar; beroerd; deerniswekkend; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; godvergeten; laag; lamlendig; rampzalig; vuig
erbarmlig akelig; beroerd; ellendig; naar deerlijk
erbarmligt akelig; beroerd; ellendig; naar deerlijk
i riktning mot naar; naar toe; toe
olycklig naar; naargeestig; somber averechts; onfortuinlijk; ongelukkig; onzalig; rampspoedig; verkeerd; vol tegenslag
otrevlig hinderlijk; lastig; naar; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; storend afstotend; gemeen; lelijk; lelijk uitziend; min; onaantrekkelijk; onbehaaglijk; ongezellig; slecht; vals
otrevligt hinderlijk; lastig; naar; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; storend afstotend; gemeen; lelijk; lelijk uitziend; min; onaantrekkelijk; onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend; slecht; vals
sjukligt misselijk; naar; onpasselijk; onwel ongezond; ziekjes
som naar; zoals in overeenstemming met; naargelang; naarmate; toen; zowel als
såsom naar; zoals dergelijk; dergelijke; dusdanig; zo een; zo'n; zodanig; zoiets; zulk; zulke
till naar; naar toe; toe ernaar; ertoe; à
äcklande misselijk; naar; onpasselijk; onwel
äcklandet misselijk; naar; onpasselijk; onwel

Verwante woorden van "naar":

  • naarheid, naarst, naarste, nare

Synoniemen voor "naar":


Antoniemen van "naar":


Verwante definities voor "naar":

  1. heel vervelend1
    • ik heb vandaag een nare dag gehad1
  2. in de richting van1
    • we gaan naar Amsterdam1
  3. in overeenstemming met1
    • het huis is naar zijn ideeën ingericht1
  4. ziek of misselijk1
    • ik word altijd naar op een boot1

Wiktionary: naar


Cross Translation:
FromToVia
naar efter after — in allusion to, in imitation of; following or referencing
naar efter as to — according to
naar åt; mot for — towards
naar lyssna; listen — to pay attention to a sound
naar lyssna listen — to expect or wait for a sound
naar lyda listen — to accept advice or obey instruction
naar till to — in the direction of, and arriving at
naar mot; till toward — in the direction of
naar fram; till up to — against, next to, near, towards
naar bitter bitterübertragen: im Sinn von unangenehm
naar obehaglig désagréable — Qui déplaire, de quelque manière que ce être.
naar om; över; ; i; till enTraductions à trier suivant le sens
naar dålig; sjuk malade — Dont la santé est altérer.
naar ohälsosam; dålig; sjuk malsain — Qui n’est pas sain, qui a en soi le germe de quelque maladie. (Sens général).
naar förtretlig; oangenäm; obehaglig; otrevlig; ovänlig; snäsig maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.
naar vers; mot; omkring vers — (term, surtout au pluriel) suite de mots rythmer selon la quantité, l’accentuation, le nombre des syllabes ou le retour de la rime.

Verwante vertalingen van naar